Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal Farao [56]Hofra, den koning van Egypte, geven in de hand zijner vijanden, en in de hand dergenen, die zijn [57]ziel zoeken, gelijk als Ik Zedekia, den koning van Juda, gegeven heb in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, zijn vijand, en die zijn ziel zocht. 56. Bij de heidense schrijver genoemd Apries, bij anderen Vafres. Deze was een kindskind van Farao Necho, gelijk Herodotus in zijn tweede boek betuigt. 57. Die naar zijn leven staan; zie Ex.4:19; 2 Sam.4:8. Herodotus schrijft dat hij van zijn eigen onderdaan Amasis overwonnen zijnde, ten laatste den Egyptenaars, die tegen hem waren opgestaan, is overgeleverd en van henlieden verworgd. Eenigen menen dat deze Apries den profeet Jeremia heeft laten ombrengen, misschien om deze profetie, en ter begeerte van deze boze Joden, wien hij hem mag hebben overgeleverd om te stenigen.